Hors des sentiers battus
op vreemd terrein
norev ligne noire / norev-hachette
L’ingénieur Pierre Barbot entreprit en 1951 le développement d’une voiture de course sur une base de 2cv pour participer au Bol d’or. La carrosserie fut profondément remaniée pour alléger au maximum la voiture et améliorer l aérodynamisme. Le toit fut découpé et le châssis raccourci de 25 cm. Le capot avant fut modifié et les phares intégrés aux ailes. La cylindrée fût ramenée a 3’45 cm3 pour pouvoir courir en catégorie J (moins de 350 cm3). La voiture était dépourvue de toute suspension et se comportait comme un kart.
La voiture conduite par le jeune et talentueux pilote Jean Vinatier remporte le Bol d’Or 1953 dans sa catégorie. La même voiture, légèrement modifiée aux niveau des échappements latéraux, pour améliorer l’aérodynamisme battra plusieurs records dans sa catégorie.
De ingenieur Pierre Barbot begon in 1951 aan de ontwikkeling van een racewagen op basis van een Citroën 2cv om deel te nemen aan de “Bol d’Or”: een 24 uur durende autorace. Hiervoor werd de auto flink aangepast om hem lichter te maken. Het dak ging eraf, de motorkap werd gewijzigd en de koplampen werden ingebouwd in de spatborden. Dit allemaal om de auto zo veel mogelijk gestroomlijnd te krijgen. De motorinhoud werd teruggebracht naar 345 cm3 op te kunnen racen in de J-klasse ( minder dan 350 cm3). De auto had ook geen vering meer en gedroeg zich als een kart. De auto werd bestuurd door de jonge getalenteerde piloot Jean Vinatier en won in de categorie de Bol d’Or in 1953. Dezelfde auto zou enkele maanden later in licht gewijzigde vorm nog 9 records verbreken.
En s’intéressant à cette voiture Norev sort des sentiers battus par les fabricants industriels, ce genre de modèle est généralement reproduit par des fabricants de kit. D’autant plus que Norev a finalement produit les 2 versions de cette voitures.
Les deux voitures parurent dans la série Ligne Noire en 1993 et la version record fut rééditée dans la série presse de Hachette consacrée a la 2cv et représentant la version de record.
Norev begaf zich op het terrein van de kleine fabrikanten van handgebouwde modellen die meestal dit soort bijzondere auto’s maken. Dit is des te meer merkwaardig omdat Norev beide versies van deze auto heeft gemaakt. Beide auto’s verschenen in de serie “Ligne Noire” in 1993 en de tweede versie werd heruitgegeven t.b.v. de serie van Hachette over de 2cv.
Le modèle de la "Ligne Noire" est moulé en résine et sa finition s’apparente p lus à celle d’un modèle de fabrication artisanale. L’intérieur est correctement traite avec son tableau de bord complet et son siège baquet mais laisse cependant voir le métal nu du châssis de la miniature.
Het model uit de “Ligne Noire” is uit kunsthars gegoten en heeft eigenlijk de afwerking van een handgebouwd model. Het interieur is wel voorzien van een stoeltje en een compleet dashboard met stuur, maar laat ook de kale bodem van het chassis zien.
La miniature de série presse n’a rien de commun avec son ainée. La carrosserie est en zamak en n’a aucune pièce commune, mis à part les phares, avec l’ancien modèle. L’intérieur est cette fois-ci beaucoup plus soigné. Les contreportes sont présentes ainsi que le tapis de sol. Bien sûr la finition est du niveau "presse", donc simplifie, mais cette barquette est une belle reproduction d’une extraordinaire 2cv.
De miniatuur uit de kioskserie heeft niets gemeen met het vroegere model. De carrosserie is van metaal en het modelletje deelt geen onderdeel, op de koplampen na, met zijn voorloper. Het interieur is nu veel beter verzorgd, want de binnenkant van de deuren en de rubbermat op de vloer zijn weergegeven. Ondanks een eenvoudige afwerking, blijft deze miniatuur een leuke verkleining van deze bijzondere 2cv.
norev ligne noire / norev-hachette
L’ingénieur Pierre Barbot entreprit en 1951 le développement d’une voiture de course sur une base de 2cv pour participer au Bol d’or. La carrosserie fut profondément remaniée pour alléger au maximum la voiture et améliorer l aérodynamisme. Le toit fut découpé et le châssis raccourci de 25 cm. Le capot avant fut modifié et les phares intégrés aux ailes. La cylindrée fût ramenée a 3’45 cm3 pour pouvoir courir en catégorie J (moins de 350 cm3). La voiture était dépourvue de toute suspension et se comportait comme un kart.
La voiture conduite par le jeune et talentueux pilote Jean Vinatier remporte le Bol d’Or 1953 dans sa catégorie. La même voiture, légèrement modifiée aux niveau des échappements latéraux, pour améliorer l’aérodynamisme battra plusieurs records dans sa catégorie.
De ingenieur Pierre Barbot begon in 1951 aan de ontwikkeling van een racewagen op basis van een Citroën 2cv om deel te nemen aan de “Bol d’Or”: een 24 uur durende autorace. Hiervoor werd de auto flink aangepast om hem lichter te maken. Het dak ging eraf, de motorkap werd gewijzigd en de koplampen werden ingebouwd in de spatborden. Dit allemaal om de auto zo veel mogelijk gestroomlijnd te krijgen. De motorinhoud werd teruggebracht naar 345 cm3 op te kunnen racen in de J-klasse ( minder dan 350 cm3). De auto had ook geen vering meer en gedroeg zich als een kart. De auto werd bestuurd door de jonge getalenteerde piloot Jean Vinatier en won in de categorie de Bol d’Or in 1953. Dezelfde auto zou enkele maanden later in licht gewijzigde vorm nog 9 records verbreken.
En s’intéressant à cette voiture Norev sort des sentiers battus par les fabricants industriels, ce genre de modèle est généralement reproduit par des fabricants de kit. D’autant plus que Norev a finalement produit les 2 versions de cette voitures.
Les deux voitures parurent dans la série Ligne Noire en 1993 et la version record fut rééditée dans la série presse de Hachette consacrée a la 2cv et représentant la version de record.
Norev begaf zich op het terrein van de kleine fabrikanten van handgebouwde modellen die meestal dit soort bijzondere auto’s maken. Dit is des te meer merkwaardig omdat Norev beide versies van deze auto heeft gemaakt. Beide auto’s verschenen in de serie “Ligne Noire” in 1993 en de tweede versie werd heruitgegeven t.b.v. de serie van Hachette over de 2cv.
Le modèle de la "Ligne Noire" est moulé en résine et sa finition s’apparente p lus à celle d’un modèle de fabrication artisanale. L’intérieur est correctement traite avec son tableau de bord complet et son siège baquet mais laisse cependant voir le métal nu du châssis de la miniature.
Het model uit de “Ligne Noire” is uit kunsthars gegoten en heeft eigenlijk de afwerking van een handgebouwd model. Het interieur is wel voorzien van een stoeltje en een compleet dashboard met stuur, maar laat ook de kale bodem van het chassis zien.
La miniature de série presse n’a rien de commun avec son ainée. La carrosserie est en zamak en n’a aucune pièce commune, mis à part les phares, avec l’ancien modèle. L’intérieur est cette fois-ci beaucoup plus soigné. Les contreportes sont présentes ainsi que le tapis de sol. Bien sûr la finition est du niveau "presse", donc simplifie, mais cette barquette est une belle reproduction d’une extraordinaire 2cv.
De miniatuur uit de kioskserie heeft niets gemeen met het vroegere model. De carrosserie is van metaal en het modelletje deelt geen onderdeel, op de koplampen na, met zijn voorloper. Het interieur is nu veel beter verzorgd, want de binnenkant van de deuren en de rubbermat op de vloer zijn weergegeven. Ondanks een eenvoudige afwerking, blijft deze miniatuur een leuke verkleining van deze bijzondere 2cv.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire